Literatuur
- Voorloopige Lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, deel IV: De Provincie Gelderland, opgemaakt en uitgegeven door de Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een Inventaris en eene Beschrijving van de Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst. Utrecht (Oosthoek), 1917. [262 blz. ISBN -]. Hierin: "Ned. Herv. kerk": blz. 60 (melding van in 1825 afgebrande voorloper).
- Aa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden. Derde deel: C en D. Gorinchem (Jacobus Noorduyn), 1841. [608 blz. ISBN -]. Hierin "De kerk": blz. 449 ("De kerk, die vóór de Reformatie aan de H. Nicolaas was toegewijd, stond destijds onder de abdij van Werten. Zij was slechts eene vikarij ter eere van de H. Maagd Maria (...)." In 1814 door de bliksem getroffen, bij de stormvloed van 02-1825 werd de consistoriekamer vernield. 28-11-1825 weer door de bliksem getroffen, waarna de kerk geheel uitbrandde. In 1831 door nieuwbouw vervangen, meer landinwaarts)
- Riet, H. van de, "De Sint Ludgeruskerk te Doornspijk". Uitgave van Oudheidkundige Vereniging 'Arent thoe Boecop' [te Elburg], 03-1979 (jubileumuitgave) [36 blz. ISSN: -]. (Blz. 4: opgravingen: 1975, 1976, 1977. Blz. 30-31: vóór 900: eerste kerk (blijkens oud grafveld) / blz. 5-9: vóór 1100: houten kerk (7 paalgaten, 8,5 x 6 m) / ca 1100: tufstenen zaalkerkje op dezelfde plaats / ca 1120: rechthoekige kooraanbouw / ca 1140: absis hieraan / ca 1175: groot tufstenen koor en forse westtoren / 1463: aanbouw gotisch koor / 1584: sloop van alles m.u.v. toren / 1592: herbouw op dezelfde plaats, aansluitend op de toren, maar half zo lang / 1825: sloop. Blz. 2: toren nog aanwezig op kadastrale minuutplan. Daarop blijkt ook de ligging: de 'kerkheuvel' wordt doorsneden door de grens van de oude gemeenten Doornspijk en Elburg (kaartje op blz. 4). De heuvel is hoekpunt van de middeleeuwse zeewering. Ca 1300 lag hier buurschap Crymel- of Cremelhorst. Blz. 23, 29: de kerk wordt pas voor het eerste vermeld in 1276-1277. Vóór die tijd zijn er vermeldingen van de kerk van Biddingahem (Bidningahem, Bidningahusum), maar deze wordt voor het laatst vermeld in 1150. Mogelijk lag deze plaats bij Doornspijk, vermoedelijk verdwenen door uitbreiding van de Zuiderzee. Vermoedelijk lag de kerk van Buddingahem landinwaarts t.o.v. het dorp en is deze nadien als die van Doornspijk gaan fungeren. Blz. 31: het parochiezegel toont Ludger en het randschrift "S. Liuert, ons hilghe patron thoe Dorick". De kerk was eigendom van klooster Werden en is de primaire parochiekerk van de Noord-Veluwe. Blz. 33-34: de kerk van Oosterwolde is een dochter van Doornspijk en wordt een zelfstandig kerspel vóór 1280. Blz. 34: Oldebroek is een vestiging vermoedelijk van vóór 1170, kennelijk werd het direct een zelfstandige parochie, met een kerk gewijd aan Lambertus)